Jaarrekening

Balans

Toelichting op de activa

Immateriële vaste activa
In de staat van vaste activa is een nadere specificatie opgenomen van de immateriële vaste activa, zoals software en licenties. De staat is als bijlage B in deze jaarrekening opgenomen. De immateriële vaste activa zijn alle gecategoriseerd onder de 'overige immateriële vaste activa'. Het verloop van de immateriële vaste activa is in onderstaande tabel weergegeven.

Bedragen x € 1.000 

Overige immateriële activa

Stand per 31 december 2018

Historische aanschafwaarde

2.345

Cumulatieve afschrijvingen

-2.210

Boekwaarde

135

Mutaties 2019

Investeringen

0

Afschrijvingen

-45

Desinvesteringen Aanschafwaarde

0

Desinvestering Afschrijvingen

0

Saldo mutaties 2019

-45

Stand per 31 december 2019

Historische aanschafwaarde

2.345

Cumulatieve afschrijvingen

-2.255

Boekwaarde

90

De afschrijvingen hebben betrekking op de uit het verleden geïnvesteerde immateriële activa zoals in bijlage B staat vermeld.

Materiële vaste activa
In de staat van vaste activa (bijlage B) is een nadere specificatie opgenomen van de materiële vaste activa, zoals bedrijfsgebouwen en vervoermiddelen. Het verloop van de materiële vaste activa in 2019 is in onderstaande tabel weergegeven.

Bedragen x € 1.000 

Bedrijfs-gebouwen

Vervoer-middelen

Overige materiële vaste activa

                      Totaal

Stand per 31 december 2018

Historische aanschafwaarde

1.341

14

888

2.243

Cumulatieve afschrijvingen

-550

-14

-559

-1.123

Boekwaarde

791

0

329

1.120

Mutaties 2019

Afschrijvingen

-133

0

-124

-257

Saldo mutaties 2019

-133

0

-124

-257

Stand per 31 december 2019

Historische aanschafwaarde

1.341

14

888

2.243

Cumulatieve afschrijvingen

-683

-14

-683

-1.380

Boekwaarde

658

0

205

863

De boekwaarde van de bedrijfsgebouwen heeft voornamelijk betrekking op huurdersinvesteringen,
waarvan GBLT derhalve geen juridisch eigenaar is.

Vlottende activa

Bedragen x € 1.000 

31-12-2019

31-12-2018

Uitzettingen met een looptijd korter dan 1 jaar

  Uitzettingen schatkistbankieren

5.934

2.915

Kortlopende vorderingen

  Openstaande invorderingsdebiteuren

1.428

1.237

  Debiteuren

41

16

  Vooruitbetaalde bedragen

6

3

  Overige vorderingen

0

316

Liquide middelen

0

0

Totaal

7.409

4.487

Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar

Sinds eind 2013 zijn alle decentrale overheden, waaronder gemeenschappelijke regelingen, verplicht om hun overtollige middelen in de schatkist aan te houden. Tegelijkertijd met de wet is de ministeriële regeling Schatkistbankieren decentrale overheden ingegaan. Onderdeel van

die regeling is de rekening-courant-overeenkomst die iedere decentrale overheid heeft met de Staat
der Nederlanden. De regeling bevat ook de verplichting voor decentrale overheden om een
bankrekening aan te houden die gekoppeld kan worden aan de schatkist.

Niet alle overtollige middelen behoeven in de schatkist te worden gestort. Er geldt een drempel. Het
drempelbedrag is een minimumbedrag (afhankelijk van de omvang van de decentrale overheid) dat
gemiddeld buiten de schatkist mag worden gehouden. In onderstaande tabel is het drempelbedrag voor het schatkistbankieren per kwartaal weergegeven, alsmede de ruimte onder het drempelbedrag.

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000)

Verslagjaar 2019

Drempelbedrag

250

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen

7

28

32

14

Ruimte onder het drempelbedrag

243

222

218

236

Overschrijding van het drempelbedrag

0

0

0

0

Kortlopende vorderingen
De kortlopende vorderingen betreffen onder andere de nog te realiseren invorderopbrengsten van € 1.428.000. Alle kortlopende vorderingen zijn op balansdatum direct opeisbaar.

Hieronder zijn de openstaande invorderingsdebiteuren per 31 december 2019 opgenomen onder vermindering van de inschatting van de niet te realiseren inning.

Bedragen x € 1.000 

Openstaand bedrag 31-12-2019

Openstaand bedrag 31-12-2018

Openstaande invorderingsdebiteuren 2019

1.447

Openstaande invorderingsdebiteuren 2018

1.018

1.784

Openstaande invorderingsdebiteuren 2017

312

585

Openstaande invorderingsdebiteuren 2016

155

223

Openstaande invorderingsdebiteuren 2015

102

171

Openstaande invorderingsdebiteuren 2014

49

102

Openstaande invorderingsdebiteuren 2013 en voorgaande jaren

9

95

Totaal

3.092

2.960

Percentage verwachte inning

46%

42%

Voorziening

1.664

1.723

Openstaande invorderingsdebiteuren

1.428

1.237

Voor de verwachte inning op het openstaande bedrag is een nieuwe berekeningsmethode ontwikkeld
waarbij wij de verwachte ontvangsten berekenen op basis van de ervaringscijfers en de fase waarin de vordering zich bevindt.

Liquide middelen
Dit betreft de saldi op de bankrekeningen.

Deze pagina is gebouwd op 04/09/2020 09:11:17 met de export van 04/03/2020 15:22:47